ᑌIT ᕼET ᗩᖇᑕᕼIEᖴ ᐯᗩᑎ ᒍᗩᑎ . . . . .

Jan Schipper is zeer bekend in de muziekwereld. Geboren en getogen in Oud-Beijerland, begon hij op 7 jarige leeftijd te trommelen bij “Harmonie”. Na een studie slagwerk aan het Rotterdamse conservatorium werkt hij als instructeur en freelance slagwerkdocent. Daarnaast is hij een begaafd componist en voorziet de slagwerkwereld van nieuwe impulsen. Naast de drumband van Wilhelmina, verzorgt Jan de instructie bij de slagwerkgroep van “Harmonie”, Oud-Beijerland.

Jan zal met enige regelmaat filmpjes uit zijn archief hier op deze pagina plaatsen!

Een flitsend optreden van slagwerkgroep Wilhelmina met rock’n roll band Lucky Shot. Voor een aantal jeugdleden van de slagwerkgroep was dit vorig jaar het eerste optreden voor een groot publiek. Ik besloot de band waar ik als drummer deel van uitmaak bij het optreden te betrekken zodat er een spetterende rock ’n roll show opgevoerd kon worden. Blue suede shoes van Elvis Presley mocht hier niet ontbreken.

– – – – –

Highlights of Russian History schreef ik in 1996 voor Sophia’s Percussion Ensemble uit Loon op Zand. Met deze slagwerkgroep werd ik eind 90er jaren 2 keer landskampioen in de zgn. sectie Ab. Dit werk is een goed voorbeeld van het toenmalige concoursrepertoire. Andere vooraanstaande componisten in dit genre waren Gian Prince en Leon Camp. In deze competitie kwamen de ongestemde slagwerkensembles tegen elkaar uit. Hierin was toen een groot en sterk deelnemersveld.

Het frappante is dat vandaag de dag de nog talrijk aanwezige ongestemde slagwerkgroepen zich met een nieuwe generatie slagwerkers voornamelijk toeleggen op het concertgebeuren. Het zijn nu nog een aantal melodische “slagwerkorkesten” die de schaarse concousagenda vullen. Afijn, na deze beknopte geschiedenis nu e.e.a. over het vierdelige werk zelf. Deel 1 en 4 zijn gebaseerd op ritmische structuren uit het klassieke l’ Histoire du Soldat van Igor Stravinsky (vandaar die titel). Als contrast heb ik hier een sfeergedeelte (deel 2) en een flitsende funk/ disco beat (deel 3) aan toegevoegd. Het knappe van deze uitvoering is dat de slagwerkers van OBK uit Bennekom dit werk, met zn vele maatwisselingen, zonder dirigent spelen.

– – – – –

De inspiratie voor Antilliana komt voort uit de Caraibische muziek die gespeeld wordt in Ottrabanda. Dit is de bruisende wijk van de hoofdstad Willemstad op Curacao. Het kenmerkende clave patroon 3+2 wordt hier gespeeld op de temple blocks. De 4e noot wordt echter net iets eerder gespeeld dan in het standard clave patroon. Er worden steeds meer instrumenten toegevoegd tot het ritme compleet is. Vervolgens treden alle slaginstrumenten solistisch voor het voetlicht.

– – – – –

Ritmo Mozambique is gebaseerd op het ritme dat drummer Steve Gadd speelde bij het nummer ” Late in the evening” van Paul Simon. Cowbell en tom toms vormen hier de basis van dit zgn. Mozambique ritme. Over dit ritme soleert de snare drum met accentenspel in de stijl van Steve Gadd.

– – – – –

Dit keer een leuk gemonteerde opname van Back to Collins. Phil Collins was vanaf de 70er jaren de strakke, technische drummer van de symfonische rockgroep Genesis. Helaas kreeg hij vanaf 2007 te maken met lichamelijk ongemak in de vorm van ernstige zenuwschade waardoor hij inmiddels al een paar jaren terug gestopt is met drummen. De dirigent in dit filmpje is Maarten Rongen. Maarten en ik zijn van dezelfde generatie en in de 80er jaren bemanden we als invaller of extra kracht reeds het slagwerk bij beroepsorkesten. Mijn hoogste klassieke podium was toen bij het Rotterdams Philharmonisch orkest maar Maarten schopte het zelfs tot het Concertgebouworkest. Begin 90er jaren werden we door de toenmalige SAMO consulent slagwerk Leo Pustjens( r.i.p.), na een jaar als stage jurylid, opgenomen in het juryledenpeleton. Je ziet hier bij deze opname dat het omgaan met jeugdige slagwerkers hem ook zeer toevertrouwd is.

– – – – –

Voor een popconcert van slagwerkgroep Wilhelmina- Numansdorp schreef ik een arrangementje van Rolling in the deep. Soliste op marimba is Vera van Wijk. Een leuk gemonteerd filmpje. Cameraman Kees van Driel had 3 camera’s opgesteld waardoor het podium vanuit verschillende invalshoeken te zien is. Om Vera zo goed mogelijk tot haar recht te laten komen moesten de overige muzikanten haar zo subtiel mogelijk begeleiden. De gitaristen speelden alle akkoorden, op het slotakkoord na, gedempt. De 15 slagwerkers speelden eveneens zeer zacht. Dit is voor slagwerkers veel moeilijker dan het vertolken van een druk notenbeeld. Ik spreek hier uit ervaring. Een paar jaren terug drumde ik bij het project ” Beatles versus Stones” en tevens in de band van een deelneemster uit de Voice (saillant detail: zij werd toen gecoached door Ali B). In beide bands kon ik in die periode lekker stevig drummen. Daarna begeleidde ik een zangeres uit de theater/ musical hoek met luisterliedjes. Ik moest toen continu op de rem trappen omdat ik te veel wilde doen. Zo sober mogelijk de soliste ondersteunen bleek, net als in dit filmpje van Rolling in the deep, de sleutel tot succes

– – – – –

Deze keer een uitvoering van Back to Bozzio met 80 slagwerkers in coronatijd. Het werkje is een ode aan drummer Terry Bozzio die zich met zijn quasi melodische drumspel bij Frank Zappa wist te onderscheiden. Degene die dit project op poten gezet heeft is Maarten Zaagman. Een fikse klus, zeker qua exactheid van tempo, aangezien iedereen zijn partij vanuit zijn thuislokatie in moest spelen. Leuk om te zien en te horen. Het monteren achteraf is zeer goed geslaagd te noemen.

– – – – –

Dit keer een filmpje van een melodische compositie. Mallet Groove schreef ik samen met Jacco Boganen. We studeerden in de 80er jaren samen aan het Rotterdams Conservatorium en het was de tijd dat het melodisch slagwerk een flinke impuls kreeg vanuit Amerika en Japan.

Naast de lessen die we kregen van Willem Heesen( pauken) en Fred Krens ( kleine trom en drums) was er voor mallets een speciale docent aangesteld genaamd Ruud Wiener. Ruud had zowel een piano – als slagwerkachtergrond waardoor hij in die tijd perfect kon inhaken op de ontwikkeling van het spelen met 4 stokken op marimba en vibrafoon. Als slagwerker leerde je van hem om meer in accoorden te denken. De klankkleur van het werk Mallet Groove vind hier duidelijk zijn grondslag.

– – – – –

Tussen 1995 en 2021 heb ik 7 bongosolo’s met begeleidend slagwerk geschreven. 5 daarvan zijn zuid amerikaans getint, de andere 2 zijn gebaseerd op een turks ritme en een ritme uit de Dominicaanse Republiek.
De oudste is het veel gespeelde Bongo Solereo. Ik scheef dit stukje aanvankelijk voor de braziliaanse trom genaamd repinique. Aangezien de opkomst van samba groepen pas zo’ n 5 jaren later plaatsvond, was het in 1995 nog niet interessant om het werkje in zijn originele bezetting uit te geven. Het zou dan op de plank liggen te verstoffen. Ik schreef het daarom om naar bongo’s en al snel werd hij veel gespeeld. Er staan dan ook veel filmpjes van op Youtube.
Ik kies de uitvoering op dit filmpje vanwege het enthousiasme. Het betreft een uitvoering tijdens een play inn bij onze zuiderburen. De muzikaal leider heeft een enorme beleving. Hij gaat er zo in op dat hij niet op zijn plek kan blijven staan maar hij weet de sfeer goed te treffen.

– – – – –

In het filmpje wordt het werkje Cool Brandy uitgevoerd door het Nationaal Jeugd Slagwerkensemble. Ik schreef deze compositie in opdracht van het project Windkracht 6. Dit was een lespakket voor scholen waarmee reclame gemaakt werd om een blaas- of slaginstrument te gaan bespelen. De opdracht was om een kort krachtig werk te schrijven waarin de pauken centraal staan en deze te omlijsten met ongestemd slagwerk. De dirigent is Jo Zinzen.

Een generatie terug, toen de 4 toenmalige muziekbonden gezamelijk nog jaarlijks zo.n 25 concoursen organiseerden, zaten Jo en ik beiden zo,n 15 jaar in de jury. Ook zaten we samen jarenlang in de zgn. repertoriumcommissie. Hier werden concourswerken gekeurd en in 4 divisies ingedeeld. Het was een tijd waarin nagenoeg alle drumbands/ slagwerkgroepen nog naar concours gingen. Mike de Geest zet iedere week een slagwerkgroep in de picture maar van al die honderden groepen gaan er nu nog maar weinig naar concours. Het zijn veelal concertgroepen geworden.

Ik zag in mijn eigen circuit 20 jaar terug al aankomen dat bij de nieuwe, met social media opgegroeide, generatie slagwerkers de interesse niet meer bij concoursbezoek lag. Ik schreef voorheen(1985 tm 2002) langere concourswerken maar ben daarna kortere werken gaan schrijven die bij de muzikale belevingswereld van de huidige jeugd passen. Dit bleek, althans bij mij hier in het westen van het land, een goede formule om de slagwerkgroep populair te houden.

– – – – –

In dit filmpje uit 2011 zien we de jeugd en senioren van Wilhelmina uit Numansdorp gezamelijk in concert. Het gespeelde werkje is Tenor Happiness. Om jeugdleden de kans te geven te integreren bij de grote groep schrijf ik als tussenfase altijd eenvoudigere werkjes waarvoor een deel van de repetitie wordt opgeofferd. De moeilijkheidsgraad van deze werkjes probeer ik dan geleidelijk op te voeren tot volledige integratie een feit is.
Op tenor trom zien we hier Henk Nouwen (r.i.p.) samen met 2 jeugdleden de solopartij vertolken. Henk speelde onder mijn leiding vanaf 1987 maar liefst 32 jaar lang de grote trom totdat hij in 2019 volkomen onverwacht overleed aan de meest gevreesde ziekte. Het blijft een groot gemis. Deze bijdrage is dan ook een eerbetoon aan icoon Henk Nouwen.

– – – – –

🇯🇵

Door de jaren heen heb ik een 9- tal japans getinte slagwerkstukken geschreven. De eerste schreef ik in 1995 nadat het japanse trommelen toen per toeval op mn pad kwam. In deze tijd, voor het digitale tijdperk, was hier in het westen nog weinig tot niets van bekend.

Afijn, een oud- slagwerkleerling werd in die tijd eens door zijn baas met 3 grote koffers gereedschap op het vliegtuig naar Japan gezet. Ze hadden een machine geleverd aan een fabriek in Tokyo maar ze kregen het ding, eenmaal verscheept en afgeleverd, een week lang met geen mogelijkheid aan de praat. Er zat dus niks anders op dan een monteur helemaal die kant op te sturen. Daar aangekomen liep de slagwerkleerling/monteur met een legertje japanners naar de betreffende machine. Hij besloot eerst maar eens een rondje er omheen te lopen.Na zo,n 30 seconden besloot hij op de eerste de beste knop, die iets verscholen aan de binnenkant zat, te drukken en….te bizar….alle lichten sprongen aan want hij deed het onmiddelijk.

Helemaal naar de andere kant van de wereld en binnen een minuut was het gefikst. De japanners hadden dat knopje aan de binnenkant volledig over het hoofd gezien. Nu waren er nog 2 vrije dagen over om Tokyo te verkennen. Hier liep hij tegen 2 CD,s van Kodo aan die ik na zijn thuiskomst kreeg aangereikt.

Ik ontdekte dat dit trommelspel op zgn taiko trommen van klein tot zeer groot formaat( de grootste trom heet O- Daiko en staat op een groot houten onderstel) goed te vertalen was naar onze eigen trommels.Van hoge bongo tm de grote trom en alle dof klinkende trommen cq tom toms die er tussen zitten zorgden dat het goed te benaderen was.

Het eerst geschreven nummer “To the japanse drummers” is sindsdien veel gespeeld en er staan tientallen uitvoeringen van op Youtube. Vaak in de originele versie maar soms ook leuk theatraal aangekleed o.a.met gebruik van olievaten tm zelfs een poppenkastversie aan toe. Ik kies hier echter voor een filmpje van het minder bekende ” Wakkanai”. De uitvoerende slagwerkgroep heeft er een leuke act van gemaakt waarbij ze gekozen hebben om alle trommels in rekken op te hangen.

– – – – –

17 december 2022 speelden slagwerkgroep Wilhelmina uit Numansdorp en rock’n roll band Lucky Shot gezamelijk Back to Bennett in de originele uitvoering t.w. Little B van de Shadows. Instructeur van Wilhelmina en drummer van Lucky Shot Jan Schipper schreef in 30 jaar tijd 20 keer een zgn “Back to” oftewel een drumsolo van beroemde drummers omgezet voor slagwerkgroep/ drumband. De meest bekende werd Back to Bozzio. De eerste ( 1993) was echter Back to Bennett. Hiermee zette de drummer van ” gitaarband” de Shadows Brian Bennett zich in de spotlights.